HR, 01-11-1995, nr. 30 256

Documentgegevens:

HR 01-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3173

Instantie: Hoge Raad
Datum: 1 november 1995
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Linde, Van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
Zaaknummer: 30 256
LJN: AA3173
Vakgebied(en): Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1995:AA3173, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑11‑1995
Wetingang: Art. 5a Wet ARB; art. 2 Besl. procesk. fisc. procedures; Art. 41 Wet IB 1964

Uitspraak

Belanghebbende, X, verkocht op 17 juni 1989 alle geplaatste aandelen A BV à f 150 000 nom. aan B BV. De prijs beliep f 1 wat op een later tijdstip zou worden vermeerderd met een van de toekomstige winst afhankelijk bedrag van ten minste f 2 000 000 en een vergoeding voor een compensabel verlies.

Op 2 mei 1990 tekende de inspecteur een aan hem gerichte brief voor akkoord, inhoudende dat het ter zake van de overdracht van de aandelen A BV als winst uit aanmerkelijk belang in aanmerking te nemen verschil tussen de verkrijgingsprijs en de overdrachtsprijs ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.