FED 2004/206
Consequentie van het niet doen van de vereiste aangifte
HR 26-03-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO6343, m.nt. R.M.P.G. Niessen-Cobben
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 maart 2004
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van
- Zaaknummer
39 441
- Noot
R.M.P.G. Niessen-Cobben
- LJN
AO6343
- JCDI
JCDI:ADS234774:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO6343, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑03‑2004
- Wetingang
Art. 8, eerste lid, 27e AWR
Essentie
Consequentie van het niet doen van de vereiste aangifte
Samenvatting
Belanghebbende geniet een bijstandsuitkering. Hij heeft de aangiftebiljetten inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen/premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen voor de jaren 1999 en 2000 ondertekend en overigens oningevuld, zonder toelichting aan de Belastingdienst geretourneerd.
In de door belanghebbende tegen de voorlopige aanslagen gevoerde procedure legt hij een stuk over waaruit blijkt dat hij een bijstandsuitkering heeft genoten. Het hof is met belanghebbende van oordeel dat dit stuk moet worden aangemerkt als aanvulling op de eerder geretourneerde aangiftebiljetten.
Volgens de Hoge Raad rechtvaardigt de enkele omstandigheid dat belanghebbende - tijdens een andere beroepsprocedure - ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.