BNB 2001/45
Beconregeling. Kenbaarheid van het verleende uitstel voor het doen van aangifte
HR 29-03-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5295, m.nt. Ch.J. Langereis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 maart 2000
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
35 145
- Noot
Ch.J. Langereis
- LJN
AA5295
- JCDI
JCDI:ADS888279:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5295, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑03‑2000
- Wetingang
Art. 16, derde lid, AWR
Essentie
Beconregeling. Kenbaarheid van het verleende uitstel voor het doen van aangifte
Samenvatting
Hof: Gelet op de inhoud van de Beconregeling moet het belanghebbendes belastingconsulent vol strekt duidelijk zijn geweest dat door de inlevering van het VA-biljet en de uitstellijst met daarop de naam van de belanghebbende een uitstel voor het indienen van de aangifte IB 1989 werd verleend van ten minste 16 dagen. De navorderingsaanslag, gedagtekend 16 januari 1995, is derhalve tijdig vastgesteld.
HR: Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste opvatting omtrent de eisen die aan de kenbaarheid van het verleende uitstel moeten worden gesteld. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.