FED 2004/49
Geen stakingslijfrenteaftrek indien onderneming(sdeel) niet aan BV wordt overgedragen
HR 12-09-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF3423, m.nt. P.C. van der Vegt
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 september 2003
- Magistraten
Kalmthout, van; Zuurmond; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37 596
- Noot
P.C. van der Vegt
- LJN
AF3423
- JCDI
JCDI:ADS234959:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF3423, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑09‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF3423, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑09‑2003
- Wetingang
Art. 45, vijfde lid, onderdeel a, onder 2, Wet IB 1964, art. 45, zevende lid, onderdeel a, onder 2, Wet IB 1964, art. 45a, vijfde lid, Wet IB 1964, art. 3.129Wet IB 2001
Essentie
Geen stakingslijfrenteaftrek indien onderneming(sdeel) niet aan BV wordt overgedragen
Samenvatting
Belanghebbende dreef een gemengd landbouwbedrijf, bestaande uit een melkveehouders- en een akkerbouwbedrijf. In de zomer van 1995 gaf belanghebbende een makelaar de opdracht tot verkoop van het melkveehoudersbedrijf. Op 15 augustus 1995 tekende belanghebbende een intentieverklaring tot oprichting van een BV met als doel de voortzetting van de onderneming, die vanaf 1 juli 1995 voor rekening en risico van de BV zou worden gedreven. Het melkveehoudersbedrijf is in november/december 1995 door belanghebbende verkocht en overgedragen aan een derde. Bij de overdracht van het melkveehoudersbedrijf behaalde belanghebbende stakingswinst, in verband ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.