FED 1990/6
Voor de toepassing van de ruilgedachte is niet vereist dat er sprake is van bedrijfsmiddelen. In casu wordt toch de ruilgedachte niet toegepast omdat er geen sprake is van eenzelfde plaats in het ondernemingsvermogen.
HR 01-11-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4131, m.nt. R. Russo
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 november 1989
- Magistraten
Royer; Linde, Van Der; Baardman; Bellaart; Korthals Altes; Verburg
- Zaaknummer
25 303
- Noot
R. Russo
- LJN
ZC4131
- JCDI
JCDI:ADS207079:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4131, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑11‑1989
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Essentie
Voor de toepassing van de ruilgedachte is niet vereist dat er sprake is van bedrijfsmiddelen. In casu wordt toch de ruilgedachte niet toegepast omdat er geen sprake is van eenzelfde plaats in het ondernemingsvermogen.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting.
Vaststaat:
3.1. Belanghebbende, X NV, is opgericht op 28 december 1961, en gevestigd te Z. Volgens de statuten bestaat het doel der vennootschap uitsluitend uit de verkrijging, het bezit, het beheer en de vervreemding van effecten.
3.2. Belanghebbende is een volle dochter van A NV, een maatschappij die zich bezig houdt met de uitoefening van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.