FED 1996/4
Stakingsuitkeringen vormen een onderdeel van een complex van rechten en verplichtingen die bij voortduring tegenover elkaar staan en kunnen daarom niet als periodieke uitkeringen worden aangemerkt. De bepaling van art. 11, lid 1, en onder m, van het Uitv.besl. loonbelasting 1965, inhoudende dat stakingsuitkeringen als periodieke uitkering in de heffing van loonbelasting worden betrokken, is daarom onverbindend.
HR 11-10-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1684, m.nt. H.Ph. Ruys
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 oktober 1995
- Magistraten
Berge, van den; Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
29 218
- Noot
H.Ph. Ruys
- LJN
AA1684
- JCDI
JCDI:ADS227437:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Loonbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1684, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1684, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑1995
- Wetingang
Essentie
Stakingsuitkeringen vormen een onderdeel van een complex van rechten en verplichtingen die bij voortduring tegenover elkaar staan en kunnen daarom niet als periodieke uitkeringen worden aangemerkt. De bepaling van art. 11, lid 1, en onder m, van het Uitv.besl. loonbelasting 1965, inhoudende dat stakingsuitkeringen als periodieke uitkering in de heffing van loonbelasting worden betrokken, is daarom onverbindend.
Uitspraak
Het geschil betrof de inhouding loonbelasting in de maand oktober van het jaar 1989.
Vaststaat:
Belanghebbende is lid van de Industriebond van de Federatie Nederlandse Vakbeweging. In oktober 1989 heeft hij een stakingsuitkering van f 666 ontvangen uit de zogenaamde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.