FED 2008/49
Prejudiciële vragen over verschuldigdheid van onterecht op factuur vermelde BTW en de herziening van onterecht vermelde BTW
HR 30-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB3360, m.nt. R.N.G. van der Paardt
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 2007
- Magistraten
Vliet, van; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Punt
- Zaaknummer
41 179
- Noot
R.N.G. van der Paardt
- LJN
BB3360
- JCDI
JCDI:ADS201277:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB3360, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB3360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2007
- Wetingang
Art. 37 Wet OB 1968
Essentie
Prejudiciële vragen over verschuldigdheid van onterecht op factuur vermelde BTW en de herziening van onterecht vermelde BTW
Samenvatting
Belanghebbende BV X, zijnde ondernemer voor de BTW, heeft diensten verricht aan de Economische Voorlichtingsdienst (EVD). Deze diensten bestonden uit het bouwen en ter beschikking stellen van stands in Duitsland en in derde landen (buiten EU). Voor deze diensten werden facturen uitgereikt waarop een bedrag aan BTW vermeld stond, welk bedrag aan BTW ook door BV X voldaan werd aan de belastingdienst. De door BV X verrichte diensten waren echter op grond van art. 6, tweede lid, onderdeel c, Wet OB ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.