FED 1994/308
Door belanghebbende wordt vanuit zijn privé-vermogen een goed ingebracht in zijn ondernemingsvermogen. In het geval dat de waarde van dit goed is aan te merken als de nog niet gerealiseerde opbrengst van arbeid in de zin van art. 22 Wet IB 1964, kan slechts geactiveerd worden het bedrag van de voordien ten behoeve van die werkzaamheden gemaakte kosten, voorzover deze niet reeds ten laste van het inkomen konden worden gebracht.
HR 09-03-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5615, m.nt. D.J. van Dommelen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 maart 1994
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Soest, van
- Zaaknummer
29 010
- Noot
D.J. van Dommelen
- LJN
ZC5615
- JCDI
JCDI:ADS225138:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC5615, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑03‑1994
- Wetingang
Essentie
Door belanghebbende wordt vanuit zijn privé-vermogen een goed ingebracht in zijn ondernemingsvermogen. In het geval dat de waarde van dit goed is aan te merken als de nog niet gerealiseerde opbrengst van arbeid in de zin van art. 22 Wet IB 1964, kan slechts geactiveerd worden het bedrag van de voordien ten behoeve van die werkzaamheden gemaakte kosten, voorzover deze niet reeds ten laste van het inkomen konden worden gebracht.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting 1988.
Vaststaat:
3.1. Sinds 1 april 1988 is belanghebbende werkzaam als zelfstandig bedrijfsadviseur onder de naam A. De activiteiten zijn gericht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.