BNB 1997/42
Uitdeling: vermoeden van bevoordelingsbedoeling. Informele kapitaalinbreng?
HR 04-09-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1699, m.nt. P.H.J. Essers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 september 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van
- Zaaknummer
31 067
- Noot
P.H.J. Essers
- LJN
AA1699
- JCDI
JCDI:ADS887676:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1699, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑09‑1996
- Wetingang
Essentie
Uitdeling: vermoeden van bevoordelingsbedoeling. Informele kapitaalinbreng?
Samenvatting
Overdracht van een vordering aan een BV door haar directeur/enig aandeelhouder.
HR: 1. Indien de Inspecteur aannemelijk maakt dat de werkelijke waarde van het door een aandeelhouder aan de BV overgedragene aanzienlijk lager is dan de overeengekomen waarde, heeft hij daarmee tevens, behoudens tegenbewijs, aannemelijk gemaakt dat er sprake is van uitdeling, dat wil zeggen dat een bevoordelingsbedoeling aanwezig was.
2. De Inspecteur heeft gesteld dat op het moment van de overdracht de vordering werd omgezet in een achtergestelde, converteerbare lening en dat gelet op de insolvabiliteit van de BV sprake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.