BNB 1999/414
Schriftelijke overeenkomst
HR 29-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2905
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 september 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Pos; Monné; Kop
- Zaaknummer
34 709
- LJN
AA2905
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2905, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑09‑1999
- Wetingang
Art. 2, tweede lid, Wet BRV; overgangsrecht
Essentie
Schriftelijke overeenkomst
Samenvatting
De door belanghebbende verkregen economische eigendom was, naar zij stelt, het gevolg van een overeenkomst, neergelegd in een onderhandse akte. Die akte was op 31 maart 1995, 18.00 uur, wel door belanghebbende getekend maar is door de verkopers pas op 12 april 1995 ondertekend.
Hof: Deze onderhandse akte kon zolang zij niet door beide partijen was ondertekend niet worden aangemerkt als een schriftelijke overeenkomst in de zin van de overgangsregeling.
HR: Het Hof heeft op goede gronden een juiste beslissing gegeven.
Uitspraak
... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.