HR, 23-03-1994, nr. 28 946

Documentgegevens:

HR 23-03-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5630

Instantie: Hoge Raad
Datum: 23 maart 1994
Magistraten: Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
Zaaknummer: 28 946
LJN: ZC5630
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Loonbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1994:ZC5630, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑03‑1994
Wetingang: Art. 177 Verdrag tot oprichting van de EEG, art. 53a en 53b Wet IB 1964, art. 20a en 20b Wet LB 1964

Samenvatting

Zijn bovengenoemde artikelen van de Wet IB 1964 en van de Wet LB 1964 in strijd met art. 48 van genoemd verdrag?

Belanghebbende, die de Nederlandse nationaliteit heeft en sedert mei 1986 in België woont, verricht zijn werkzaamheden als directeur van een in Nederland gevestigde BV in Nederland. Zijn salaris was in Nederland niet onderworpen aan de premieheffing voor de volksverzekeringen. Zijn wereldinkomen bestond niet geheel of nagenoeg geheel uit belastbaar binnenlands inkomen als bedoeld in art. 48, eerste lid, Wet IB 1964. Hij is in België verplicht verzekerd voor de sociale verzekeringen. Ook in België was hij werkzaam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.