Inhoudsopgave
FED 1999/261:Enige opmerkingen naar aanleiding van de discussie inzake de (on)verenigbaarheid van de kostenaftrekbeperking van art. 13, eerste lid Wet Vpb 1969 met het recht van vestiging.
FED 1999/261
Enige opmerkingen naar aanleiding van de discussie inzake de (on)verenigbaarheid van de kostenaftrekbeperking van art. 13, eerste lid Wet Vpb 1969 met het recht van vestiging.
Documentgegevens:
Datum 01-01-1999
- Datum
01-01-1999
- JCDI
JCDI:ADS741320:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
MR. D.M. WEBER 1
1 Inleiding
Na het ICI-arrest 2 is mijns inziens duidelijk dat regelingen waardoor een in Nederland woonachtige/gevestigde aandeelhouder met een (dochter)vennootschap gevestigd in een andere lidstaat, op grond van de zetel van de dochter nadeliger wordt behandeld ten opzichte van binnenlandse vennootschappen, in de Europeesrechtelijke gevarenzone komen.
De meeste discussie op dit gebied is tot nu toe gevoerd over de eventuele onverenigbaarheid van de kostenaftrekbeperking neergelegd in art. 13, eerste lid, Wet Vpb 1969, welke (met name) van toepassing is bij het houden van een buitenlandse deelneming. Recente literatuur naar aanleiding van het ICI-arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.