FED 1997/396
Kapitaalsbelasting en voorkoming. Uitleg van een overeenkomst
HR 07-05-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA3201, m.nt. R.G. Franssen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 1997
- Magistraten
Soest, van; Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Meij
- Zaaknummer
31 658
- Noot
R.G. Franssen
- LJN
AA3201
- JCDI
JCDI:ADS238713:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3201, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA3201, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑1997
- Wetingang
Art. 8 Wet Vpb 1969
Essentie
Kapitaalsbelasting en voorkoming. Uitleg van een overeenkomst
Samenvatting
Belanghebbende heeft een vaste inrichting in Zwitserland. Deze vaste inrichting houdt zich bezig met financieringsactiviteiten. Ter zake van de allocatie van winsten, behaald met deze financieringsactiviteiten is een overeenkomst met de belastingdienst gesloten, op basis waarvan 90% van deze winsten aan de vaste inrichting wordt toegerekend. Het kapitaal van belanghebbende wordt uitgebreid. Het kapitaal wordt deels gebruikt voor de financieringsactiviteiten in de vaste inrichting.
In geschil is of de kapitaalsbelasting die hiermee samenhangt voor 90% aan de vaste inrichting moet worden toegerekend. Het hof oordeelt dat de kapitaalsbelasting niet op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.