FED 1998/391
HR, 24-06-1998, nr. 33 238
HR 24-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2323
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 1998
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
33 238
- LJN
AA2323
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2323, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑1998
- Wetingang
Art. 15 AWR; art. 33 en 63 IB; art. 17 WARB
Uitspraak
Belangh., X, ontving over juni en sept. t/m dec. 1991 (zoals door hem gesteld maar door de Insp. is betwijfeld) in 1991 geen salaris. Wel is over alle salaristermijnen loonbelasting/premie volksverzekeringen (lb/pv) ingehouden en afgedragen. In geschil is of de in 1991 vorderbaar geworden maar nog niet ontvangen salaristermijnen in 1992 wel inbaar waren in de zin van art. 33(1)(b) IB.
Het Hof Arnhem stelt de Insp. in het gelijk.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:
Het Hof heeft vooropgesteld dat beslissend is of X dat loon met goed gevolg zou kunnen opvorderen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.