BNB 1993/351
HR, 10-03-1993, nr. 28 278
HR 10-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5287
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 1993
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt, van der-Lauwers
- Zaaknummer
28 278
- LJN
ZC5287
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5287, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑1993
- Wetingang
Art. 20, derde lid, Wet ARB
Samenvatting
Belanghebbende heeft één, ongemotiveerd, beroepschrift in cassatie ingediend tegen elf uitspraken. Nadat de griffier van het Hof hem in de gelegenheid heeft gesteld zijn beroepschrift te splitsen, dient hij - nadat de cassatietermijn is verstreken - elf nieuwe beroepschriften in, thans voorzien van een motivering.
HR: nu de motivering is opgenomen in een geschrift dat is binnengekomen na afloop van de termijn voor het instellen van beroep in cassatie, kan de Hoge Raad op de klachten geen acht slaan.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.