FED 1992/493
De inbreng van een pakket aandelen dat een vennootschap in een andere vennootschap en dat 100% van het kapitaal van laatstgenoemde vennootschap vertegenwoordigt, is niet te beschouwen als de inbreng van een tak van bedrijvigheid van eerstgenoemde vennootschap in de zin van art. 7, eerste lid, sub b, van Richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij 's Raads richtlijnen 73/79/EEG en 73/80/EEG van 9 april 1973.
HvJ EG 13-12-1991, ECLI:EU:C:1991:480
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
13 december 1991
- Magistraten
Jacobs; Gordon Slynn; Joliet; Rodriguez Iglesias
- Zaaknummer
C-164/90
- LJN
AW5626
- JCDI
JCDI:ADS273407:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1991:480, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 13‑12‑1991
- Wetingang
art. 7 lid 1 onder b Richtlijn 69/335/EEG
Essentie
De inbreng van een pakket aandelen dat een vennootschap in een andere vennootschap en dat 100% van het kapitaal van laatstgenoemde vennootschap vertegenwoordigt, is niet te beschouwen als de inbreng van een tak van bedrijvigheid van eerstgenoemde vennootschap in de zin van art. 7, eerste lid, sub b, van Richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij 's Raads richtlijnen 73/79/EEG en 73/80/EEG van 9 april 1973.
Uitspraak
Het geschil betrof een aanslag kapitaalsbelasting.
Arrest
1. Bij arrest van 23 mei 1990, ingekomen ten Hove ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.