V-N 2002/38.33
INVORDERING Bodemvoorrecht. "Opbrengst van de onbelaste goederen". Omslag van boedelschulden
HR 12-07-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE1547, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juli 2002
- Magistraten
Neleman; Putt-Lauwers, van der; Fleers; Aaftink; De Savornin Lohmann; Langemeijer
- Zaaknummer
C01/343HR
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AE1547
- JCDI
JCDI:ADS902552:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE1547, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE1547, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2002
- Wetingang
Art. 21, tweede lid Invorderingswet 1990
Essentie
INVORDERING Bodemvoorrecht. "Opbrengst van de onbelaste goederen". Omslag van boedelschulden
Samenvatting
De besloten vennootschap Rotsterhaule BV is bij vonnis van de Rechtbank Leeuwarden van 29 mei 1997 in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. Verdonk als curator. De ontvanger heeft een vordering wegens loonheffing en omzetbelasting ter verificatie ingediend tot een beloop van f 258 658 (€ 117 374). Voor deze vordering geldt het bodemvoorrecht.
De opbrengst van de aan de bank stil verpande bodemzaken beloopt in totaal f 30 000 (€ 13 613). Het vrije boedelactief beloopt f 278 045 (€ 126 171) terwijl de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.