BNB 1991/52
HR, 19-12-1990, nr. 26 536
HR 19-12-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4489
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 1990
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Urlings
- Zaaknummer
26 536
- LJN
ZC4489
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
Belastingen van rechtsverkeer / Kapitaalsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4489, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑1990
- Wetingang
Samenvatting
Kapitaalsbelasting. Aangifteplicht. Bedrijfsmiddel
HR: de omstandigheid dat belanghebbende niet overeenkomstig art. 10, aanhef en letter b, Uitv.besl. BRV binnen een maand na het bijeenbrengen van kapitaal aangifte heeft gedaan, staat aan toepassing van de bij art. 35, vierde lid, Wet BRV voorgeschreven wijze van berekening niet in de weg nu de Inspecteur zich op die omstandigheid niet heeft beroepen.
Voor de vraag of belanghebbende recht heeft op de in art. 35, vierde lid, als tweede vermelde wijze van berekening is niet van belang of het overdragende lichaam een bedrijf uitoefende dat beantwoordde aan het ,,materiele ondernemingsbegrip''.
Een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.