BNB 2008/99
Welke waarde vormt de grondslag voor de in art. 26a Wet WOZ opgenomen margeregeling?
HR 15-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC4335, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 februari 2008
- Magistraten
Berge, van den; Monné; Schaap; Tijnagel; Heisterkamp
- Zaaknummer
43 934
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
BC4335
- JCDI
JCDI:ADS889405:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC4335, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑02‑2008
- Wetingang
Art. 26a Wet WOZ
Essentie
Welke waarde vormt de grondslag voor de in art. 26a Wet WOZ opgenomen margeregeling?
Samenvatting
Volgens art. 26a Wet WOZ wordt, kort samengevat, een bij beschikking vastgestelde waarde van een onroerende zaak geacht juist te zijn indien de waarde, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet WOZ, daarvan niet meer dan een bepaald percentage of bedrag afwijkt.
In het onderhavige geval is de waarde van belanghebbendes onroerende zaak aanvankelijk vastgesteld op € 335 000. Na bezwaar heeft de heffingsambtenaar de waarde nader vastgesteld op € 309 000. De Rechtbank heeft vervolgens de waarde verder verminderd tot € 300 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.