FED 1999/601
HR, 22-09-1999, nr. 34 798
HR 22-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2866
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 september 1999
- Zaaknummer
34 798
- LJN
AA2866
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2866, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑09‑1999
- Wetingang
Art. 5a Wet ARB
Uitspraak
Uitzondering op regel dat bij geheel of gedeeltelijk in gelijk stellen belanghebbende proceskostenvergoeding dient te volgen.
Op het beroep in cassatie van belanghebbende, X, overweegt de Hoge Raad: Het betoog dat een hof gehouden is in alle gevallen waarin de belanghebbende geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, de tegenpartij in de kosten van het geding te veroordelen, faalt. Weliswaar heeft als hoofdregel te gelden dat in een zodanige situatie een proceskostenveroordeling wordt uitgesproken, maar een hof mag daarvan, mits gemotiveerd, afwijken indien daartoe grond bestaat. Het betoog dat het hof op onjuiste gronden heeft besloten geen proceskostenveroordeling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.