FED 1998/375
Vervanging bedrijfsmiddel door gehuurd bedrijfsmiddel gevolgd door verwerving aandelen en voeging
HR 25-03-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2520, m.nt. C.B. Bavinck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 1998
- Magistraten
Soest, van; Jansen, R.J.J.; Bellaart; Brunschot, van; Meij; Vliet, van
- Zaaknummer
32 945
- Noot
C.B. Bavinck
- LJN
AA2520
- JCDI
JCDI:ADS227551:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2520, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2520, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑1998
- Wetingang
Art. 14 Wet IB 1964
Essentie
Vervanging bedrijfsmiddel door gehuurd bedrijfsmiddel gevolgd door verwerving aandelen en voeging
Samenvatting
Belanghebbende verkoopt in het boekjaar 1988/1989 twee trawlers. Voor de gerealiseerde boekwinst wordt een vervangingsreserve gevormd.
Vervolgens huurt belanghebbende van een BV een vervangende trawler. Nadat in het boekjaar 1989/1990 de aandelen van deze BV zijn gekocht wordt de BV fiscaal gevoegd met belanghebbende. De Hoge Raad staat toe dat terzake van de verkochte trawler een vervangingsreserve wordt gevormd, omdat de huur van de nieuwe trawler gevolgd door de aankoop van de aandelen van de verhurende BV, en de daaropvolgende voeging van deze BV als verwerving ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.