Inhoudsopgave
WFR 1991/1566:THUISBANKIEREN EN KASGELDVENNOOTSCHAPPEN
WFR 1991/1566
THUISBANKIEREN EN KASGELDVENNOOTSCHAPPEN
Documentgegevens:
MR. DRS. R. P. C. W. M. BRANDSMA (Inspecteur te 's-Gravenhage en universitair docent te Leiden.), datum 01-01-1991
- Datum
01-01-1991
- Auteur
MR. DRS. R. P. C. W. M. BRANDSMA (Inspecteur te 's-Gravenhage en universitair docent te Leiden.)
- JCDI
JCDI:ADS790821:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Fraus legis en richtige heffing
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Wetingang
Wet IB 1964
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1 INLEIDING
Onlangs (HR 3 juli 1991, BNB 1991/248, met conclusie van A-G Van Soest.) heeft de Hoge Raad een arrest gewezen dat betrekking heeft op een kasgeldvennootschap, ook wel geldzak genoemd. Hierin heeft ons hoogste rechtscollege bevestigd dat de nationaalrechtelijke kwalificatie van een voordeel (in casu een voordeel uit een vervreemding van aandelen van een vennootschap die binnenkort in liquidatie zou treden) in beginsel niet van belang is voor de uitleg van een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting (hier het Nederlands-Belgische belastingverdrag). De tegenovergestelde mening van het hof wordt door de Hoge Raad, in navolging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.