V-N 1991/1720, 22
Invordering Compensatie en derdenbeslag. Moment waarop een vordering uit onrechtmatige daad is ontstaan
HR 24-05-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0247, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 mei 1991
- Zaaknummer
14200
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
ZC0247
- JCDI
JCDI:ADS894152:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0247, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑05‑1991
Essentie
Invordering Compensatie en derdenbeslag. Moment waarop een vordering uit onrechtmatige daad is ontstaan
Samenvatting
Bij akte van 5 januari 1981 heeft H zich tegenover de A-bank (hierna ook A) borg gesteld tot een bedrag van f 50 000. De akte is ,,ten blijke mijner toestemming'' mede voorzien van een handtekening die moet doorgaan voor die van H's echtgenote. In verband met H's belastingschulden heeft de ontvanger op 28 november 1984 ten laste van H executoriaal derdenbeslag gelegd onder A. A had per die datum f 53 273,21 van H onder zich, de belastingschuld beliep een veelvoud daarvan. H's echtgenote ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.