BNB 1998/46
Parkeren zonder dat parkeervergunning duidelijk leesbaar achter voorruit is geplaatst
HR 17-12-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3336, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 1997
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
32 834
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AA3336
- JCDI
JCDI:ADS887797:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3336, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑1997
- Wetingang
Art. 226 Gemeentewet (tekst 1994); Verordening parkeerbelastingen 1992 gemeente Den Haag
Essentie
Parkeren zonder dat parkeervergunning duidelijk leesbaar achter voorruit is geplaatst
Samenvatting
Belanghebbende heeft geparkeerd bij parkeerapparatuur zonder te betalen. Hij beschikte over een geldige parkeervergunning. Die vergunning was echter niet, zoals in de aan de vergunning verbonden voorschriften was bepaald, ''op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats'' achter de voorruit van de auto geplaatst.
HR: Klaarblijkelijk is het stelsel van de verordening aldus, dat de parkeerbelasting van art. 226, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet niet is verschuldigd indien wordt geparkeerd met de vergunning van art. 226, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet. Indien niet wordt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.