HR, 09-06-1993, nr. 27 539

Documentgegevens:

HR 09-06-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5374, m.nt. P.J. Wattel

Instantie: Hoge Raad
Datum: 9 juni 1993
Magistraten: Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Moor, De; Jansen
Zaaknummer: 27 539
Noot: P.J. Wattel
LJN: ZC5374
JCDI: JCDI:ADS887123:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1993:ZC5374, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑06‑1993
Wetingang: Art. 17 Wet ARB jo. art. 16 AWR

Samenvatting

Bewijslast met betrekking tot bij primitieve-aanslagregeling toegepaste correctie voor vennootschapsbelasting. Bewijs ontleend aan vermoedens

HR: het stond aan het Hof vrij bij de beoordeling van de juistheid van door partijen in het geding gestelde feiten vermoedens te ontlenen aan de door partijen overgelegde stukken.

In het bestreden oordeel ligt besloten dat de Inspecteur aan de op hem rustende bewijslast heeft voldaan en dat belanghebbende in het leveren van tegenbewijs niet is geslaagd. Dit oordeel kan als van feitelijke aard en niet onbegrijpelijk in cassatie niet met vrucht worden bestreden. Het behoefde geen nadere motivering, terwijl het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.