V-N 1991/1526, 29
Invordering. Algemene wet inzake rijksbelastingen Verzet tegen invordering bij dwangbevel. Bij gebreke van een administratiefrechtelijke procesgang, kan de (op grond van de AWDA) aansprakelijkgestelde, zich tot de burgerlijke rechter wenden teneinde de verschuldigdheid te doen toetsen
HR 26-04-1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0224, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 april 1991
- Zaaknummer
14194
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
ZC0224
- JCDI
JCDI:ADS894176:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:ZC0224, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑04‑1991
Essentie
Invordering. Algemene wet inzake rijksbelastingen Verzet tegen invordering bij dwangbevel. Bij gebreke van een administratiefrechtelijke procesgang, kan de (op grond van de AWDA) aansprakelijkgestelde, zich tot de burgerlijke rechter wenden teneinde de verschuldigdheid te doen toetsen
Samenvatting
De ontvanger heeft R omstreeks 6 maart 1981 hoofdelijk mede-aansprakelijk gesteld ex art. 124b (oud) AWDA voor, in verband met een textielfraude, van Van Gend en Loos nagevorderde invoerrechten en omzetbelasting. Aangezien R geen gevolg gaf aan de hem toegezonden uitnodiging tot betaling van belasting waarvoor hij aansprakelijk was gesteld, heeft de ontvanger op grond van art. 153, eerste lid, AWDA ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.