FED 1987/1
Voor de vraag of een vennootschap tot wier bezittingen een deelneming in een dochtermaatschappij behoort, een onroerend-goedlichaam is, dient consolidatie achterwege te blijven.
HR 26-11-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AW7827, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 1986
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Vorm, Van Der; Stoffer; Baardman; Moltmaker
- Zaaknummer
23 542
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
AW7827
- JCDI
JCDI:ADS205232:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AW7827, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AW7827, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑1986
- Wetingang
Essentie
Voor de vraag of een vennootschap tot wier bezittingen een deelneming in een dochtermaatschappij behoort, een onroerend-goedlichaam is, dient consolidatie achterwege te blijven.
Uitspraak
Overdrachtsbelasting 1978.
Vaststaat:
Bij akte van 14 december 1978 verkreeg belanghebbende, X BV te Z, de aandelen Y BV voor een bedrag van f 14 855 487. De koopovereenkomst ter zake was op of omstreeks 8 juli 1978 aangegaan. Volgens art. 1, tweede lid van de statuten heeft Y BV ten doel 'de verkrijging, het beheer, de exploitatie en de ontwikkeling van onroerende zaken en andere vermogensbestanddelen, welke naar hun aard bron van inkomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.