FED 1990/371
Belanghebbende was op grond van art. 2 Wet IB 1964 fictief binnenlands belastingplichtige. Aangezien hij op Aruba een woning had, was hij op Aruba eveneens binnenlands belastingplichtige. Belanghebbende mocht de negatieve opbrengst van zijn Arubaanse huis niet op zijn wereldinkomen in mindering brengen.
HR 04-04-1990, ECLI:NL:HR:1990:BH7754, m.nt. M.R. Reuvers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 april 1990
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Soest, Van
- Zaaknummer
25 934
- Noot
M.R. Reuvers
- LJN
BH7754
- JCDI
JCDI:ADS207067:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:BH7754, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑04‑1990
- Wetingang
Essentie
Belanghebbende was op grond van art. 2 Wet IB 1964 fictief binnenlands belastingplichtige. Aangezien hij op Aruba een woning had, was hij op Aruba eveneens binnenlands belastingplichtige. Belanghebbende mocht de negatieve opbrengst van zijn Arubaanse huis niet op zijn wereldinkomen in mindering brengen.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting 1984.
Vaststaat:
Belanghebbende, X te Aruba, is als beroepsmilitair in dienstbetrekking bij de Koninklijke Marine en werkte gedurende het onderhavige jaar als zodanig op Aruba alwaar hij met zijn gezin een hem in eigendom toebehorend woonhuis (hierna: het pand) bewoonde. Hij was gedurende het onderhavige jaar op grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.