BNB 1996/214
Lijfrente?
HR 01-05-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2032
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 mei 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Jansen, C.H.M.; Pos
- Zaaknummer
31 452
- LJN
AA2032
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2032, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑05‑1996
- Wetingang
Art. 25 - oud - en 47 Wet IB 1964
Essentie
Lijfrente?
Samenvatting
Belanghebbende heeft ten gunste van een culturele instelling een lijfrente gevestigd voor een periode van vijf jaren, van welke lijfrente de eerste termijn f 400 bedraagt en de volgende termijnen telkens f 200.
HR: een redelijke wetsuitleg brengt mee voor de toepassing van de bepalingen omtrent lijfrenten slechts dat deel van de uitkeringen uit te zonderen dat uitgaat boven het bedrag dat ten minste in elke termijn is begrepen.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 mei 1995 betreffende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.