Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Indien bij aanvang van de huur geen beschrijving is opgemaakt rust op de verhuurder de bewijslast dat de staat van het gehuurde bij het begin van de huurovereenkomst een andere was dan de staat waarin het gehuurde zich bij het einde bevindt. Hoewel de wettekst spreekt van ‘tegenbewijs’ blijkt uit de wetsgeschiedenis dat bedoeld is dat de verhuurder het tegendeel van het (ten gunste van de huurder opgenomen) wettelijk vermoeden moet bewijzen. De verhuurder draagt het bewijsrisico. Het uitgangspunt is dat wordt vermoed dat het gehuurde bij het begin dezelfde staat had als bij het einde. Zie hiervoor de Toelichting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
GS Huurrecht, art. 7:224 BW, aant. 71
71 Inleiding
mr. J.K. Six-Hummel, actueel t/m 01-11-2012
01-11-2012
01-08-2003 tot: -
mr. J.K. Six-Hummel
GS Huurrecht, art. 7:224 BW, aant. 71
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
oplevering einde huurovereenkomst
oplevering
Burgerlijk Wetboek Boek 7 artikel 224
Indien bij aanvang van de huur geen beschrijving is opgemaakt rust op de verhuurder de bewijslast dat de staat van het gehuurde bij het begin van de huurovereenkomst een andere was dan de staat waarin het gehuurde zich bij het einde bevindt. Hoewel de wettekst spreekt van ‘tegenbewijs’ blijkt uit de wetsgeschiedenis dat bedoeld is dat de verhuurder het tegendeel van het (ten gunste van de huurder opgenomen) wettelijk vermoeden moet bewijzen. De verhuurder draagt het bewijsrisico. Het uitgangspunt is dat wordt vermoed dat het gehuurde bij het begin dezelfde staat had als bij het einde. Zie hiervoor de Toelichting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.