BNB 2002/25
Zaak Passet. Vermoeden van onschuld niet geschonden, nu voldoende mogelijkheden tot tegenbewijs zijn geboden
EHRM 30-03-1999, ECLI:NL:XX:1999:AV2316, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
30 maart 1999
- Magistraten
Bratza; Costa; Kuris; Tulkens; Fuhrmann; Jungwiert; Traja
- Zaaknummer
38434/97
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
AV2316
- JCDI
JCDI:ADS888397:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1999:AV2316, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 30‑03‑1999
- Wetingang
Essentie
Zaak Passet. Vermoeden van onschuld niet geschonden, nu voldoende mogelijkheden tot tegenbewijs zijn geboden
Samenvatting
De klagers hebben geen antwoord gegeven op vragen van de (Franse) belastingdienst. De Inspecteur heeft daarom ambtshalve aanslagen met bestuurlijke boetes (verhogingen) opgelegd. Naar Frans recht rust de bewijslast in een dergelijk geval op de belastingplichtige, ook voorzover het de boete betreft.
EHRM: Art. 6 EVRM is van toepassing op de bestuurlijke boetes. Geen schending van het vermoeden van onschuld, nu de klagers voldoende mogelijkheden kregen tot het leveren van tegenbewijs, en de nationale rechter hun verweren behoorlijk in de beschouwingen heeft betrokken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.