FED 2005/6
Van een vennootschap zoals bedoeld in art. 15, eerste lid, onderdeel e, WBR (oud) is in casu alleen geen sprake indien blijkt dat de commanditaire vennoten in het geheel niet betrokken zijn bij de interne besluitvorming
HR 15-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AI0676, m.nt. N.C.G. Gubbels
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 2004
- Magistraten
Pos; Zuurmond; Amersfoort, van; Leemreis; Maanen, van
- Zaaknummer
38059
- Noot
N.C.G. Gubbels
- LJN
AI0676
- JCDI
JCDI:ADS235114:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AI0676, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AI0676, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑10‑2004
- Wetingang
Art. 15, eerste lid, onderdeel e, WBR (oud)
Essentie
Van een vennootschap zoals bedoeld in art. 15, eerste lid, onderdeel e, WBR (oud) is in casu alleen geen sprake indien blijkt dat de commanditaire vennoten in het geheel niet betrokken zijn bij de interne besluitvorming
Uitspraak
Op 30 juni 1997 is een commanditaire vennootschap opgericht waarin belanghebbende en G BV optreden als beherende vennoten en de overige vennootschappen als commanditaire vennoten. De commanditaire vennoten brengen onroerende zaken in, waarbij zij zelf voor 5% gerechtigd blijven tot de ingebrachte activa. De beherende vennoten worden voor 95% gerechtigd tot deze onroerende zaken. De overinbrengwaarde wordt aan de commanditaire vennoten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.