FED 1989/28:Bij verkoop van aandelen door a.b.-houder aan de vennootschap zelf tegen de met de verkrijgingsprijs overeenkomende nominale waarde, welke lager is dan de werkelijke waarde, is art. 39, lid 5, Wet IB 1964 van toepassing voor zover het belang in de vennootschap op mede-aandeelhouders overgaat. Bij hen worden de verkrijgingsprijzen verhoogd.