Ontslagvergoeding ter heffing toegewezen aan woonstaat

Documentgegevens:

HR 11-06-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AF7812, m.nt. P.C. van der Vegt (juni-ontslagvergoeding)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 11 juni 2004
Magistraten: Wattel; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
Zaaknummer: 37 714
Noot: P.C. van der Vegt
LJN: AF7812
Roepnaam: juni-ontslagvergoeding
JCDI: JCDI:ADS234905:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Loonbelasting (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2004:AF7812, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AF7812, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑2004
Wetingang: Art. 10 Wet LB 1964, art. 15 Verdrag Nederland-België 1970,art. 16 Verdrag Nederland-Luxemburg, art. 16 Verdrag Nederland-België 1970

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende ontvangt een ontslagvergoeding nadat hij in het verleden in Nederland, België, Luxemburg en uiteindelijk weer in Nederland heeft gewerkt. Hij heeft steeds in Nederland gewoond. In geschil is of Nederland gehouden is ter zake van de ontslagvergoeding een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting te verlenen. Hof Amsterdam oordeelde dat daartoe geen noodzaak bestaat, omdat er geen rechtstreeks verband is tussen de ontslagvergoeding en de in het verleden verrichte arbeid. De ontslagvergoeding is derhalve niet toerekenbaar aan in België of Luxemburg verrichte arbeid, aldus het hof. De Hoge Raad maakt van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.