FED 1993/202:Belanghebbende houdt zich bezig met de vrijgestelde verhuur van onroerend goed en is als zodanig ondernemer in de zin van de omzetbelasting. In het tijdvak van naheffing heeft belanghebbende kosten gemaakt in verband met het verrichten van marktonderzoek met betrekking tot verschillende roerende goederen en het verkrijgen van agentschappen. Belanghebbende heeft de op deze kosten drukkende BTW in aftrek gebracht. In geschil is of deze handelwijze juist is. HR: aangezien belanghebbende onvoldoende heeft aangevoerd voor een andersluidend oordeel, heeft het hof terecht geoordeeld dat de activiteiten waarop de kosten betrekking hadden, niet zijn aan te merken als activiteiten in het economische verkeer, hetgeen tot gevolg heeft dat belanghebbende met die activiteiten niet als ondernemer handelde. Nu de kosten ter zake waarvan de in geschil zijnde omzetbelasting in rekening is gebracht geen betrekking hebben op de verhuur van onroerend goed en ook niet is gebleken van enige andere bedrijfsactiviteit, is het hof terecht ervan uitgegaan dat een redelijke verdeling van de bewijslast meebrengt dat belanghebbende aannemelijk dient te maken dat zij andere bedrijfsactiviteiten heeft verricht.