FED 1996/265
Belastingplichtige dient over 1989 een ondertekende, maar verder niet ingevulde aangifte in. Enige tijd later doet diens gemachtigde nader aangifte over hetzelfde jaar, waarna de inspecteur een navorderingsaanslag oplegt. Aangezien de inspecteur heeft nagelaten om naar aanleiding van de door belastingplichtige ingediende aangifte diens dossier in te zien, is sprake van een ambtelijk verzuim dat navordering verhindert.
HR 07-02-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1895, m.nt. R. Offermanns
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 februari 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30945
- Noot
R. Offermanns
- LJN
AA1895
- JCDI
JCDI:ADS227439:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1895, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑02‑1996
- Wetingang
Art. 16, lid 1, AWR
Essentie
Belastingplichtige dient over 1989 een ondertekende, maar verder niet ingevulde aangifte in. Enige tijd later doet diens gemachtigde nader aangifte over hetzelfde jaar, waarna de inspecteur een navorderingsaanslag oplegt. Aangezien de inspecteur heeft nagelaten om naar aanleiding van de door belastingplichtige ingediende aangifte diens dossier in te zien, is sprake van een ambtelijk verzuim dat navordering verhindert.
Uitspraak
Het geschil betrof de navorderingsaanslag premieheffing volksverzekeringen 1989.
3. Geschil
In geschil is of er sprake is van een nieuw feit in de zin van art. 16, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), of door het opleggen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.