WFR 2002/1704:Enkele gevolgen van het gelijkschakelen van een hybride schuldvordering met een deelneming

WFR 2002/1704

Enkele gevolgen van het gelijkschakelen van een hybride schuldvordering met een deelneming

Documentgegevens:

Mr. J.A.R. van Eijsden , datum 01-01-2002

Datum: 01-01-2002
Auteur: Mr. J.A.R. van Eijsden 1
JCDI: JCDI:ADS774352:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Wetingang: art. 13 Wet VPB 1969; art. 13c Wet VPB 1969; art. 13ca Wet VPB 1969; art. 13d Wet VPB 1969; Wijziging belastingwetten in samenhang met Belastingherziening 2001

1. Inleiding

Bij het Belastingplan 2002 is aan art. 13, derde lid, Wet Vpb. 1969 een nieuwe bepaling toegevoegd op grond waarvan de hybride schuldvordering zoals bedoeld in art. 10, eerste lid, onderdeel d, Wet Vpb. 1969 onder een deelneming wordt begrepen indien de belastingplichtige/schuldeiser reeds een "echte" deelneming heeft in de schuldenaar van de hybride lening (zie art. 13, derde lid, onderdeel b, Wet Vpb. 1969). In dit artikel zal met name worden ingegaan op enkele gevolgen die deze gelijkschakeling met zich brengt voor een aantal aanverwante artikelen, zoals art. 13c, 13ca en 13d Wet Vpb. 1969. Tot op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.