BNB 2000/109
Voortzetting bewoning na bestemmingswijziging ondergrond bedrijfswoning. Geen wijziging in de aanwending van de woning
HR 01-09-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2852, m.nt. E. Aardema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 september 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
34 637
- Noot
E. Aardema
- LJN
AA2852
- JCDI
JCDI:ADS888119:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2852, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑09‑1999
- Wetingang
Art. 8, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 1964
Essentie
Voortzetting bewoning na bestemmingswijziging ondergrond bedrijfswoning. Geen wijziging in de aanwending van de woning
Samenvatting
Belanghebbende exploiteerde tot 1 februari 1994 een tuinbouwbedrijf. De tot zijn ondernemingsvermogen behorende grond had tot 1 februari volgens het bestemmingsplan een agrarische bestemming. Vanaf 1 februari 1994 had de grond een woonbestemming. In 1993 heeft belanghebbende een deel van de grond verkocht. Op het niet-verkochte gedeelte staat o.a. de woning van belanghebbende. Dat niet-verkochte gedeelte is bij de staking overgebracht naar privé. Belanghebbende is in de woning blijven wonen.
HR: De opvatting dat de waardeverandering van de ondergrond welke voortvloeit uit de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.