BNB 2005/23
Voorhanden hebben van een accijnsgoed
HR 08-10-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AN4672, m.nt. B.A. van Brummelen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 oktober 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
38 481
- Conclusie
A-G mr. Overgaauw
- Noot
B.A. van Brummelen
- LJN
AN4672
- JCDI
JCDI:ADS888875:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AN4672, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑10‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AN4672, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑10‑2004
- Wetingang
Essentie
Voorhanden hebben van een accijnsgoed
Samenvatting
Belanghebbende, een BV, heeft hoeveelheden minerale olie gekocht van in Nederland gevestigde leveranciers. De olie is aangevoerd met tankwagens voorzien van Belgische kentekens. Het vervoer naar het bedrijfsadres van belanghebbende geschiedde niet in haar opdracht of voor haar rekening. Belanghebbende beschikte niet over een vergunning voor een accijnsgoederenplaats en evenmin over een vergunning voor een geregistreerd dan wel een niet-geregistreerd bedrijf.
HR: Belanghebbende kan slechts in de heffing worden betrokken wegens het voorhanden hebben van accijnsgoederen in de zin van art. 2f Wet op de accijns, als zij op het tijdstip waarop ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.