BNB 1999/312
CDK-biljetten. Grenzen rechtsstrijd na verwijzing
HR 28-04-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2745, m.nt. R.H. Happé
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
31 427
- Conclusie
A-G mr. Van den Berge
- Noot
R.H. Happé
- LJN
AA2745
- JCDI
JCDI:ADS888047:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2745, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2745, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑04‑1999
- Wetingang
Essentie
CDK-biljetten. Grenzen rechtsstrijd na verwijzing
Samenvatting
Voortzetting zaak BNB 1993/75.
Na verwijzing heeft het Hof een deel van de bij aflossing van de door belanghebbende van A BV gekochte CDK-biljetten als rente aangemerkt, onder meer op grond van zijn oordeel dat CDK in alle gevallen reeds bij de uitgifte van de spaarbiljetten wist, althans ervan uitging, dat de rente vrijwel aanstonds na de uitgifte moest worden betaald aan A BV. De Hoge Raad verwerpt de tegen dit bewijsoordeel gerichte middelen.
Het Hof is welbewust ingegaan op het door belanghebbende voor het eerst na de verwijzing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.