FED 2004/109
In gebreke vereiste van art. 1 Kostenwet invordering rijks-belastingen voor het in rekening brengen van kosten van invordering
HR 05-12-2003, ECLI:NL:HR:2003:AN9567, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 december 2003
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
39 241
- Noot
J.J. Vetter
- LJN
AN9567
- JCDI
JCDI:ADS234759:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Invordering (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AN9567, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑12‑2003
- Wetingang
Art. 1 Kostenwet Invordering Rijksbelastingen
Essentie
In gebreke vereiste van art. 1 Kostenwet invordering rijks-belastingen voor het in rekening brengen van kosten van invordering
Samenvatting
Uit de Kostenwet invordering rijksbelastingen vloeit volgens de Hoge Raad niet voort dat voor het antwoord op de vraag of de kosten van invordering terecht in rekening zijn gebracht, bepalend is of de belastingplichtige ook reeds voor de betekening van het dwangbevel dat de kosten oproept in staat is geweest om kennis te nemen van de opgelegde aanslagen en zijn belastingschulden te voldoen.
Uitspraak
Het geschil betreft de verschuldigdheid van kosten van invordering ter zake van de betekening van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.