BNB 1995/250
HR, 17-05-1995, nr. 30 268
HR 17-05-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1573, m.nt. P.H.J. Essers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 mei 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 268
- Noot
P.H.J. Essers
- LJN
AA1573
- JCDI
JCDI:ADS887429:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1573, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑05‑1995
- Wetingang
Art. 13 Wet Vpb. 1969
Samenvatting
Deelnemingsvrijstelling bij liquidatie van dochtervennootschap die aanvankelijk niet binnenlands belastingplichtig was
Belanghebbende, een BV, verkreeg in 1980 van haar enig aandeelhouder alle aandelen in B Ltd. voor f 1 175 000. In 1981 werd B Ltd. binnenlands belastingplichtige. Haar vermogen bedroeg toen f 1 782 102. In 1983 werd B Ltd. geliquideerd. De liquidatie-uitkering bedroeg f 2 049 525.
Hof: van het door belanghebbende ten gevolge van de liquidatie genoten voordeel dient slechts een gedeelte gelijk aan het tijdens de binnenlandse belastingplicht van B Ltd. gerealiseerde voordeel aangemerkt te worden als vrijgesteld voordeel in de zin van art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.