FED 1999/574
Verwatering van aanmerkelijk belang. Na verkoop is belang bij aandelen niet behouden of opnieuw verworven. Geen strijd met art. 39 (oud) Wet IB 1964
HR 30-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2787, m.nt. R.M. Freudenthal
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 juni 1999
- Magistraten
Jansen; Brunschot, van; Hammerstein; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
34 579
- Noot
R.M. Freudenthal
- LJN
AA2787
- JCDI
JCDI:ADS229408:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2787, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑06‑1999
- Wetingang
Art. 39, derde lid (tekst) Wet IB 1964
Essentie
Verwatering van aanmerkelijk belang. Na verkoop is belang bij aandelen niet behouden of opnieuw verworven. Geen strijd met art. 39 (oud) Wet IB 1964
Samenvatting
Belanghebbende bezat in 1985 78,5% van het geplaatste aandelenkapitaal van A BV. Op 13 december 1985 droeg hij zijn aandelen over aan Stichting Administratiekantoor J tegen uitgifte van certificaten van gewone en preferente aandelen. Op 27 december 1990 heeft hij de certificaten van gewone aandelen A BV aangewend ter volstorting van aandelen in K BV. In geschil is of die certificaten, zijnde 15,6% van het geplaatste aandelenkapitaal van A BV, vanaf 13 december ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.