BNB 1998/409
''Baksteenarrest''. Voorziening voor toekomstige betalingen, niet berustend op bestaande rechtsverhouding
HR 26-08-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2555, m.nt. R.J. de Vries (baksteenarrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 augustus 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
33 417
- Noot
R.J. de Vries
- LJN
AA2555
- Roepnaam
baksteenarrest
- JCDI
JCDI:ADS887954:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2555, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑08‑1998
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Essentie
''Baksteenarrest''. Voorziening voor toekomstige betalingen, niet berustend op bestaande rechtsverhouding
Samenvatting
De Hoge Raad oordeelt dat de opvatting volgens welke voor toekomstige betalingen slechts dan een voorziening kan worden gevormd, indien sprake is van een op balansdatum bestaande rechtsverhouding waaruit de verplichting tot het doen van die betalingen voortvloeit, niet moet worden gehandhaafd, doch dat moet worden toegestaan dat bij de bepaling van de winst voor een zeker jaar terzake van toekomstige uitgaven een passiefpost wordt gevormd indien die uitgaven hun oorsprong vinden in feiten of omstandigheden die zich in de periode voorafgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.