BNB 1992/300
HR, 05-02-1992, nr. 26 961
HR 05-02-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC4872, m.nt. J.P. Scheltens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 februari 1992
- Magistraten
Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Urlings; Herrmann
- Zaaknummer
26 961
- Noot
J.P. Scheltens
- LJN
ZC4872
- JCDI
JCDI:ADS886970:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC4872, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑02‑1992
- Wetingang
(Art. 34, aanhef en letter c, Wet BRV)
Samenvatting
Informele kapitaalstorting door het niet vorderen van rente over geleend geld
Nadat belanghebbende, een BV, in 1985 geld had geleend van haar moedermaatschappij, heeft deze in 1986 geen gebruik gemaakt van haar bevoegdheid om f 3 555 000 aan rente te vorderen. Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de kapitaalsbelasting opgelegd ten bedrage van 1% van genoemde som.
Het Hof heeft geoordeeld dat een voordeel als waarvan hier sprake is niet kan worden gerekend tot de in art. 34, aanhef en letter c, bedoelde informele kapitaalstortingen, omdat daarvan slechts sprake is indien door een prestatie van een aandeelhouder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.