FED 1993/104
Hof en Hoge Raad oordelen - dat ook een aandeelhouder met uitsluitend prioriteitsaandelen een aanmerkelijk belang in de zin van art. 39 Wet IB 1964 heeft, indien is voldaan aan de kwantitatieve criteria van het derde lid, en - dat dit aanmerkelijk belang ingeval van een huwelijk in algehele gemeenschap van goederen niet alleen de echtgenoot aangaat die de aandelen bezit maar ook de andere. Een en ander leidt er in casu toe dat mw. C. een aanmerkelijk belang heeft in de belanghebbende. De door deze aan mw. C toegekende commissarissenbeloning komt slechts voor de helft op de winst in mindering.
HR 25-11-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC5175, m.nt. E.B. Pechler
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 1992
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Moor, De; Jansen; Verburg
- Zaaknummer
28 322
- Noot
E.B. Pechler
- LJN
ZC5175
- JCDI
JCDI:ADS209890:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC5175, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑1992
- Wetingang
Essentie
Hof en Hoge Raad oordelen - dat ook een aandeelhouder met uitsluitend prioriteitsaandelen een aanmerkelijk belang in de zin van art. 39 Wet IB 1964 heeft, indien is voldaan aan de kwantitatieve criteria van het derde lid, en - dat dit aanmerkelijk belang ingeval van een huwelijk in algehele gemeenschap van goederen niet alleen de echtgenoot aangaat die de aandelen bezit maar ook de andere. Een en ander leidt er in casu toe dat mw. C. een aanmerkelijk belang heeft in de belanghebbende. De door deze aan mw. C toegekende commissarissenbeloning komt slechts voor de helft op de winst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.