V-N 1995/2932, 32
Omzetbelasting Vrijstelling. Exploitatie kinderdagverblijf. Begrip instelling. Prejudiciële vragen
HvJ EG 11-08-1995, ECLI:EU:C:1995:265, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
11 augustus 1995
- Magistraten
Schockweiler, F.A.; Mancini, G.F.; Hirsch, G.; Cosmas, G.
- Zaaknummer
C-453/93
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AW1008
- JCDI
JCDI:ADS897374:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1995:265, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑08‑1995
ECLI:EU:C:1995:177, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 08‑06‑1995
- Wetingang
art. 11, eerste lid, onderdeel f, Wet OB 1968, art. 13, A, eerste lid, onderdeel g, Zesde richtlijn)
Essentie
Omzetbelasting Vrijstelling. Exploitatie kinderdagverblijf. Begrip instelling. Prejudiciële vragen
Samenvatting
Belanghebbende exploiteert een kinderdagverblijf. Ter zake heeft zij geen omzetbelasting voldaan, omdat zij op haar prestaties de vrijstelling van art. 11, eerste lid, onderdeel f, Wet OB 1968 van toepassing acht. Belanghebbende streeft naar een exploitatieoverschot, waarbij aannemelijk is dat zulks uit concurrentieoverwegingen maximaal een zogenaamd functieloon kan bedragen. Door aan genoemde vrijstelling de voorwaarde te verbinden dat de ondernemer geen winst beoogt, heeft de wetgever klaarblijkelijk gebruik gemaakt van de in art. 13, A, tweede lid, Zesde richtlijn geboden mogelijkheid aan die vrijstelling de voorwaarde te verbinden dat niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.