BNB 2009/56
's Hofs kwalificatie van overeenkomst als overeenkomst van geldlening is onvoldoende gemotiveerd. Hof trad buiten rechtsstrijd door voorwaardelijk opzet aan te nemen.
HR 19-12-2008, ECLI:NL:HR:2008:BG7294, m.nt. R.J. Koopman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2008
- Magistraten
Berge, van den; Maanen, van; Schaap; Tijnagel; Heisterkamp
- Zaaknummer
44 041
- Noot
R.J. Koopman
- LJN
BG7294
- JCDI
JCDI:ADS889483:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BG7294, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2008
- Wetingang
Art. 8:77, eerste lid, onderdeel b, Awb; art. 18, eerste en tweede lid, AWR - tekst tot 1 januari 1998; art. 3 Besluit proceskosten bestuursrecht
Essentie
's Hofs kwalificatie van overeenkomst als overeenkomst van geldlening is onvoldoende gemotiveerd. Hof trad buiten rechtsstrijd door voorwaardelijk opzet aan te nemen.
Samenvatting
Proceskostenveroordeling: wanneer is sprake van 'samenhangende zaken'?
Belanghebbende heeft, evenals enkele anderen, in 1995 door tussenkomst van een derde een geldbedrag ter beschikking gesteld aan een voetbalclub. Dit hield verband met 'belegging' door de club in een voetballer, die in 1996 met winst is getransfereerd naar een andere club. Na die transfer hebben de deelnemers een hoger bedrag dan hun participatie terugontvangen. Belanghebbende heeft dienaangaande niets aangegeven, maar de Inspecteur heeft na ontdekking een navorderingsaanslag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.