FED 1999/165
Verkrijgingprijs aanmerkelijkbelangaandelen die van buitenlandse erflater zijn verkregen
HR 11-11-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2569, m.nt. R.M. Freudenthal
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 1998
- Magistraten
Jansen; Bellaart; Moor, de; Brunschot, van; Vliet, van; Berge, van den
- Zaaknummer
32 883
- Noot
R.M. Freudenthal
- LJN
AA2569
- JCDI
JCDI:ADS229325:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2569, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2569, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑1998
- Wetingang
Art. 39 Wet IB 1964
Essentie
Verkrijgingprijs aanmerkelijkbelangaandelen die van buitenlandse erflater zijn verkregen
Samenvatting
Verkrijgingprijs van tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen in een Nederlandse vennootschap die krachtens erfrecht van een buitenlandse erflater zijn verkregen, moet worden gesteld op de waarde in het economische verkeer ten tijde van de erfrechtelijke verkrijging.
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekering 1991 van wijlen X gewoond hebbende te Z.
VASTSTAAT:
1.1 Op 22 december 1991 hebben belastingplichtige en zijn echtgenote 4387 aandelen B BV verkocht voor f a. De verkochte aandelen maakten voor belastingplichtige en zijn echtgenote deel uit van een aanmerkelijk belang.
1.2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.