V-N 2010/18.14:INKOMSTENBELASTING. VENNOOTSCHAPSBELASTING Bij waardering gerichte lijfrente mag rekening worden gehouden met daling rentestand

V-N 2010/18.14

INKOMSTENBELASTING. VENNOOTSCHAPSBELASTING Bij waardering gerichte lijfrente mag rekening worden gehouden met daling rentestand

Documentgegevens:

HR 09-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BJ5176, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 9 april 2010
Magistraten: Vliet, van; Bavinck; Leemreis; Overgaauw; Loon, van
Zaaknummer: 08/03645
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: BJ5176
JCDI: JCDI:ADS23497:1
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2010:BJ5176, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BJ5176, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑06‑2009
Wetingang: Art. 3.29 Wet IB 2001; art. 8 Wet VPB 1969

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende heeft in 1982 met haar dga (A) - bij de inbreng van de onderneming van A in belanghebbende - een lijfrenteovereenkomst (een gerichte lijfrente) gesloten. Het doelvermogen wordt berekend door de koopsom jaarlijks met een samengestelde interest van 8% te verhogen. Volgens belanghebbende moet in 2003 bij de berekening van de verplichting een (markt)rente van 3,3% worden gehanteerd. Volgens de inspecteur bedraagt de rekenrente echter minimaal 4%. Hof Arnhem beslist dat op belanghebbende slechts de plicht rust om jaarlijks 8% (samengesteld) aan de koopsom ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.